Collega’s Sanne en Emma liepen samen de 154 km van de West Highland Way in Schotland. In zeven dagen liepen ze van de officiële start in Milngavie naar het eindpunt in Fort William. Ze wandelden door een landschap dat elke dag veranderde, van de laaglanden de hooglanden in.
Lees hieronder een verslag van hun tocht. De slideshow met foto verslag bekijk je tussen wandeldag 2 en 3. Scroll helemaal omlaag voor handige links. Op onze Instagram pagina kun je ook alle Stories van deze epische wandeltocht terugkijken in de Highlights.
We zijn op de verjaardag van Sanne, begin 2019, wanneer we erachter komen dat we beide fans zijn van de serie – en bijbehorende boeken – ‘Outlander’. Het zoete liefdesverhaal spreekt ons aan, met de knappe hooglander Jamie. Maar nog veel meer voelen we ons aangetrokken tot de wilde Schotse natuur.
“Wist je dat daar ook een wandelroute loopt?” vraagt Emma een tijdje later op het terras. “Wanneer gaan we?” is het antwoord van Sanne. Het zal nog drie jaar duren tot Sanne Emma ervan heeft kunnen overtuigen om die route ook écht te gaan lopen. In april 2022 is het dan eindelijk zover!
Op 6 april 2022 stappen we op Schiphol een vliegtuig in die ons korte tijd later weer afzet in een verregend Glasgow. “What are you here for?” vraagt een strenge Schot bij de douane. Het is duidelijk dat hij het ook niet leuk vindt om dit soort vragen te stellen sinds brexit. “We’re here to walk The West Highland Way” antwoorden we zenuwachtig. Omringd door veel in wandelkledij gehulde mensen – opvallend veel jonge vrouwen, nog meer Outlander fanclubs? – is dit een zeer geloofwaardig antwoord en de man krijgt pretoogjes. Na gecontroleerd te hebben of we wel goed voorbereid zijn op zo’n tocht wenst hij ons heel veel plezier en laat ons Schotland binnen.
Je bent op regen voorbereid als je naar Groot Brittanië gaat, en toch hoop je dat het anders zal zijn. We zijn compleet doorweekt als we na een bus- en treinreis eindelijk aankomen in Milngavie, een stadje ten noorden van Glasgow waar zich tevens het officiële startpunt van The West Highland Way bevindt. Enkele meters voor we het hotel bereiken, houd de stromende regen plotseling op. Er verschijnt er een enorme dubbele regenboog die zich in al zijn kleuren over ons heen buigt. Als dit geen voorteken is!
De eerste wandeldag begint vol goede moed. We hebben lekker geslapen, het ontbijt staat klaar en het regent niet!
Onze bagage mogen we ‘s ochtends vroeg in het hotel meegeven aan de bagageservice die we bij onze tocht geboekt hebben. We zullen wandelen met daybacks waarin we alleen de essentiële spullen voor de dag meenemen. Eten, drinken, een kaart en droge sokken. De andere bagage wordt elke dag door busjes van de ene slaapplek naar de volgende gereden. Een ware luxe! We zullen onderweg genoeg wandelaars tegenkomen die ál hun spullen (vaak inclusief tent) op hun rug dragen. Backpacks die al snel meer dan 15 kg wegen!
Met een opgelucht gevoel hijsen we onze Deuter rugzakken van ‘maar’ 23 liter op onze rug en stappen de deur van het hotel uit. Na een verplichte – maar ongemakkelijke – fotosessie bij het officiële startpunt van The West Highland Way (vanaf nu afgekort als WHW) zit er niks anders meer op… We zetten de eerste stappen van de 154 km die voor ons liggen.
Het begin van de WHW is vriendelijk: het startpunt leidt meteen een park vol vroege voorjaarsbloemen in. Zonder dat je het goed en wel doorhebt loop je de bewoonde wereld van Milngavie uit, maar echt verlaten is dit gebied nog niet. Je komt nog met enige regelmaat een huisje of whiskeydistilleerderij tegen. De ‘Glengoyle Distillery’, ongeveer halverwege de eerste etappe, heeft zijn marketing goed gericht op de wandelaars van deze tocht en staat in de meeste boekjes aangegeven als onmisbaar. Omdat deze eerste wandeldag over vrij vlak terrein gaat heb je in principe de tijd voor een omweg en een whiskey rondleiding. Verleid door de zoete luchten die uit de distilleerderij komen nemen we een kijkje. Misschien kunnen we zelfs al ons eerste slokje whiskey nuttigen! Het prijskaartje dat aan de rondleiding en de drank hangt, en de algemene toeristische sfeer, doet ons na een klein kwartier echter alweer terugkeren naar de WHW.
Deze eerste etappe is makkelijk te wandelen. De route is duidelijk aangegeven en loopt over goede wandelpaden of deels over de verharde weg. Met enige regelmaat komen we nog plukjes bewoonde wereld tegen waardoor de route nog niet aanvoelt alsof we dwars door de wildernis lopen. Daarbij hoeven we nog maar weinig te klimmen, we zijn immers nog niet écht in de hooglanden, en dit scheelt veel tijd en energie. Toch is ruim 20 km lopen niet niks en we zijn heel blij wanneer we in de loop van de middag aankomen in Drymen, onze eerste stop. We vinden onze B&B gemakkelijk en ervaren meteen dat dit een klein en hecht dorp is. De eigenaresse van de B&B is niet thuis maar de deur is open en we kunnen gewoon naar binnen. De overbuurvrouw komt snel naar buiten om ons welkom te heten en erop te wijzen dat de pub om de hoek is. Dat hoeft ze ons geen twee keer te vertellen!
Geen whiskey – we durven nog niet goed – maar wel een lekker biertje om te proosten op deze eerste dag. De kop is eraf!
Dag twee begint met een strakblauwe lucht en stralende zon. Wanneer je een zonnebril inpakt voor een wandelvakantie in Schotland verwacht je deze niet nodig te hebben, maar deze ochtend mogen de zonnebrillen op!
De WHW kan officieel gelopen worden tussen april en november. In de wintermaanden is het erg koud en guur én ligt er sneeuw op de route. Bovendien zijn er in het laagseizoen minder overnachtingsplekken beschikbaar, ook al mag je overal vrij kamperen is dit een stuk minder aantrekkelijk. We vragen ons af waarom het niet regent en komen erachter dat april de droogste maand is in Schotland, is dat even een meevaller! Nóg een voordeel van vroeg in het seizoen lopen is dat het relatief rustig is op de wandelpaden. Er zijn zeker meerdere wandelaars maar je loopt vaak alleen in de natuur. De belangrijkste reden voor ons om aan het begin van het seizoen al te gaan lopen? Er zijn nog maar weinig midges. In de zomermaanden loop je door grote wolken van deze steekvliegen en kan het zo erg zijn dat je een hoed met een netje bij je moet hebben om je gezicht te beschermen. Deze mooie hoofddeksels hebben we wel bij ons, onderin onze daypacks gepropt in de hoop deze niet nodig te hebben.
We lopen rond 9 uur ‘s ochtends Drymen uit en laten zo ook het laatste dorp achter ons dat we voorlopig gaan tegenkomen. Waar je wandeldag 1 kunt omschrijven als een overgang van de bewoonde wereld naar de natuur begint deze dag meteen met bossen, weilanden én bergopwaarts! Onze nieuwe Leki trekkingstokken kunnen uitgepakt worden want die maken het omhoog lopen een stuk aangenamer. Je houding verbetert, dit zorgt voor een betere ademhaling en meer zuurstof is meer energie. Omdat je zowel je benen als armen beweegt is de bloedsomloop en krachtverdeling in je lichaam optimaal. Allemaal belangrijke zaken als je (langere tijd) bergop moet lopen.
In ons routeboekje hadden we al gezien dat er een flinke beklimming op ons pad zou komen vandaag, ongeveer halverwege de route. Dit is Conic Hill, een berg van 361 meter hoog aan de rand van Loch Lomond. Deze berg doemt ineens voor ons op als een soort pukkel in het landschap en de stijle beklimming voelt net zo onverwacht. Bovendien hebben de Britten vandaag een vrije dag waardoor het druk is met dagjesmensen die allemaal bovenop de berg willen genieten van het mooie uitzicht, ondanks de harde wind.
Eenmaal boven aangekomen kunnen we ze geen ongelijk geven. Precies hier ligt de ‘Highland Boundary Fault’ een breuklijn die ervoor zorgt dat op dit punt de Schotse laaglanden over gaan in de hooglanden. Aan de ene kant glooiende heuvels, aan de andere kant wilde bergen met hier en daar nog besneeuwde toppen. Loch Lomond, met z’n vele eilandjes, ligt ertussen als een vredige grensbewaker.
De perfecte plek om onze lunchpakketjes, meegekregen van de B&B in Drymen, te nuttigen en de schoenen en sokken te luchten. Krijg je warme en zweterige voeten tijdens het lopen? Dan is het aan te raden om tijdens een pauze je voeten te drogen, je kunt zelfs andere sokken aantrekken. Droge voeten houden is namelijk dé manier om blaren te voorkomen.
De afdaling van Conic Hill gaat door een sprookjesachtig bos met aan de voet meerdere horecagelegenheden. Voor sommige wandelaars eindigt hun etappe vandaag hier maar wij moeten nog een stukje door. We besluiten een drankje te drinken voor we verderlopen langs de kustlijn van Loch Lomond, we hoeven toch niet ver meer en we lezen dat het een gemakkelijk wandelpad is.
Misschien voel je het al aankomen… niks blijkt minder waar. Het klopt dat je langs de kustlijn weinig hoogtemeters moet maken maar daar is alles mee gezegd. Het pad blijkt op veel plekken de grillige rotsen langs het water te volgen en we moeten klimmen, klauteren en onszelf vasthouden aan boomstammen om niet uit te glijden. ‘Nog maar 12 km’ is op een vlak en begaanbaar wandelpad zo gepiept, maar op deze manier duurt het uren. Dit was onvoorzien en één van ons (Sanne) wordt zo chagrijnig dat we er alleen maar om kunnen lachen.
Het is 17 uur geweest wanneer we eindelijk aankomen in Rowardennan. Dit is niet echt een plaatsje, het bestaat alleen uit ons hotel en een parkeerplaats, ongeveer halverwege Loch Lomond. De weg langs de oostkust van het meer stopt hier en het begint steeds meer te voelen alsof we de samenleving achter ons laten. Een vriendelijke jonge barman met een missende voortand brengt onze zeer verdiende biertjes en we verbazen ons over de schotse geruite vloerbedekking die overal ligt. We kunnen alleen nog maar denken aan slaap en of het hier spookt!?
We raden het zeer af om vanuit het niets ineens 154 km gaan lopen. Tijdens de voorbereiding aan de WHW – die in december begon – hebben we zelf regelmatig lange wandelingen gemaakt van ten minste 20 km. In de weken voorafgaand aan de tocht probeerden we dit wekelijks te doen plus nog korte avondwandelingen van rond de 12 km. Je doet dit om fit op reis te gaan, maar ook om je lichaam te laten wennen aan het verloop van zo’n lange wandeldag. Wanneer krijg je honger, wanneer moet je nog even wachten met eten, hoeveel moet je drinken? Allemaal vragen waar je alleen antwoord op krijgt tijdens het trainen. Ook kwaaltjes en pijntjes kom je liever op het spoor voorafgaand aan je lange wandeltocht. Emma bleek bijvoorbeeld fysiotherapie nodig te hebben voor haar rechterknie die erg stijf en pijnlijk werd na 18 km lopen en wat dagen aanhield. Tegen de tijd dat we de WHW gingen lopen was dit grotendeels verholpen en kon ze zonder pijn op pad. Leidt je al een sportief leven dan is dat natuurlijk een groot voordeel maar zorg dat je ook het wandelen zelf traint. Het is een duursport en je lichaam moet eraan wennen.
Aan het begin van dag drie voelen we iets wat we niet konden trainen van te voren: de vermoeidheid van meerdere dagen achter elkaar 20 km of meer lopen. De blarenteller staat gelukkig nog op 0 dus behalve zware benen zit niks ons in de weg om weer op pad te gaan. We hebben ook geen keus, onze bagage is alweer op weg naar de volgende stop, dat maakt het mentaal een stuk gemakkelijker.
De twee levenslustige oudere dames die we al sinds Milngavie overal tegenkomen – we zitten ook in dezelfde hotels en b&b’s – verliezen we hier uit het oog. Wij lopen de WHW in 7 etappes, maar je kunt er ook langer of korter over doen. Of je boekt een rustdag tussendoor, iets wat wij niet gedaan hebben. Mensen waarmee je een aantal dagen geregeld een praatje maakt zie je ineens nooit meer, en nieuwe mensen komen weer op je pad.
Het eerste deel van de etappe van vandaag is een vrij stijle rechte weg omhoog. Een klim waar je het warm van krijgt maar de beloning van het uitzicht op Loch Lomond aan onze linkerkant, en de vele stroompjes en watervallen die uit de berg aan onze rechterkant zorgen voor voldoende afleiding. Bovenaan dit eerste deel van het pad vinden we het perfecte ‘koffiedrink bankje met uitzicht’ waar we zeker even van gaan genieten. Maar niet te lang, van stilzitten krijg je het snel koud!
En dan neemt het pad weer grillige, natte en rotsachtige vormen aan. Net zoals gisteren. We waren er al bang voor. Op deze manier duurt een wandeling vele uren langer dan je van tevoren verwacht. We komen een oud Canadees echtpaar tegen die ook aan het zwoegen zijn. Hij in ieder geval, zij dartelt vrolijk vooruit. Zijn schoenen en sokken zijn duidelijk doorweekt en fit oogt hij ook niet. We halen ze in maar wanneer we even later een theepauze nemen lopen ze ons weer voorbij. Dit gebeurt een keer of drie voor we een praatje met elkaar aanknopen, we maken ons ook echt een beetje zorgen om de arme man. De positiviteit en de humor van de twee hadden we niet voorzien en het geeft ons goede moed om door te lopen met onze fitte jonge benen.
De hele lengte van Loch Lomond, van zuid naar noord, lopen we af. Aan de noordkant van het meer zijn we van het rotsklimmen af en loopt de WHW voor ons omhoog richting besneeuwde bergtoppen. Het begint ook eindelijk een beetje te regenen. Kleine ijskoude druppels, amper genoeg om de regenhoezen om onze rugzakken heen te doen. Dit is ook precies het moment dat we onze eerste bothy tegenkomen! Een bothy is een zeer simpele schuilplaats, vaak een opgeknapt schuurtje of vissershuisje. De deur hiervan is altijd open zodat je binnen kunt schuilen voor (onverwachts) slecht weer. Je kunt er zelfs overnachten mocht het nodig zijn. Er is een haard waar je vuur kunt maken en oude potten en pannen zijn ook aanwezig, allemaal kosteloos. Er ligt een gastenboek van wandelaars die dit gebruikt hebben om te slapen vol positive verhalen. Als je kampeert op deze route en je wordt overvallen door een storm dan is dit ideaal. Toch zijn wij heel blij dat we over een paar kilometer ons warme hotelbedje en een pub zullen vinden.
Bij aankomst blijken er zelfs twee pubs te zijn! Één van de twee is de beroemde ‘Drovers Inn’, al honderden jaren oud met een rijke geschiedenis en claimt ‘the most haunted pub/hotel in Britain’ te zijn. Daar moeten we natuurlijk heen voor een biertje! De honderden opgezette dieren in de ingang zijn eng, maar niet spookachtig. Na een drankje bij het oude haardvuur keren we terug naar de pub van ons eigen hotel om daar te eten. Als je twee drankjes drinkt na zo’n inspannende dag kun je beter niet te ver meer hoeven lopen naar je bed.
Het Canadese echtpaar is gelukkig ook veilig aangekomen.
Vandaag wandelen we ‘the halfway point’ van de WHW over. Als we straks aankomen in Tyndrum hebben we 85 van de 154 kilometer in de benen zitten. Het is gek hoe de afstand onder onze voeten voorbij vliegt terwijl sommige kilometers zo eindeloos aanvoelen. Volgens ons vertrouwde Trailblazer boekje (Een echte aanrader! We hebben helemaal onderaan een link toegevoegd hiervoor) is de wandeling vandaag relatief kort en gemakkelijk te lopen. Na het trage klimmen over natte rotsen van de laatste twee dagen verlangen we ernaar goed de pas erin te krijgen vandaag en lekker op tijd aan te komen bij onze volgende overnachting.
Het pad begint inderdaad als een breed grindpad waar je ook met een offroader overheen kan. We komen op de hele WHW misschien één keer een Landrover tegen op zo’n pad; de locale schapenboer die even gaat kijken hoe het met zijn lammetjes gaat. Met verkeer hoef je alleen rekening te houden wanneer je bij je bed & breakfast in de buurt bent, een heerlijk verschil met wandelen in Nederland. Na een tijdje gaat dit brede pad over in een smaller wandelpad met iets grotere losliggende stenen, nog steeds heel goed begaanbaar. We kunnen eindelijk weer ons streeftempo van 5 km per uur lopen
Het bewijs dat je ook op dit soort paden goed moet blijven opletten wordt na een aantal kilometer pijnlijk geleverd. Sanne stapt verkeerd op een onschuldig ogende losse steen en haar enkel klapt om. Dat het goed mis is is meteen duidelijk. Maar wat doen we nu? We zijn in the middle of nowhere en hebben alleen blarenpleisters en insectenzalf in onze ehbo sets. Binnen een paar minuten besluit Sanne dat er maar één optie is: doorlopen. Verstand op nul en blijven bewegen zodat de enkel geen kans krijgt om dik te worden. Helaas zijn we nog aan het begin van de route van vandaag en moet er nog ruim 15 km gelopen worden op deze verzwikte enkel…
Wandelaars die we tegenkomen op het pad zullen aan Sanne niks gemerkt hebben. Behalve af en toe stilletjes in zichzelf vloekend wandelen we stevig door, genieten we van koffie met prachtige uitzichten en verbazen we ons over het wonderlijke lunchpakket (zo veel suiker!) wat we meegekregen hebben uit Inverarnan.
Over het algemeen zijn we te spreken over de kwaliteit van het eten. Bij het ontbijt kun je kiezen voor een ‘full English’ maar havermout of yoghurt met een beetje fruit is meestal ook beschikbaar. ‘s Avonds eten we in de pubs die we in de buurt van onze overnachtingen tegenkomen. De menukaart in een pub bestaat uit echt ‘pubfood’, vaak een grote portie met veel koolhydraten. Dit is precies wat je wil als je een hele dag buiten hebt gelopen. Opties voor vega en/of glutenvrij zijn er ook, zelfs bij de meer afgelegen pubs. Maar dan de lunchpakketjes… Deze moet je kopen bij je hotel of b&b omdat er op de meeste plekken geen supermarkt is om een broodje te kopen en de kans dat je rond lunchtijd een pub tegenkomt is zeer klein. De prijs voor een lunchpakket zit rond de 8 pond per stuk en je moet niet vergeten de avond van tevoren aan te geven dat je de volgende dag lunch wil meenemen. Er is keuze tussen wat je op de sandwiches wil, maar verwacht geen boterham met hagelslag. Wit brood met pickles & cheese, marmite of cucumber sandwiches; we zijn duidelijk in het Verenigd Koninkrijk. Naast de boterhammen zit er meestal een zakje chips bij (salt & vinegar), een chocolade reep en een appel of banaan. Je bent blij met je lunch wanneer je op een heuvelrug even zit bij te komen maar over het algemeen missen we wel voedingstoffen. Op een volkoren boterham kun je nu eenmaal langer door dan op witbrood. Gelukkig hebben we ook energierepen en dingen als nootjes meegenomen van thuis. Dat is dan ook onze tip: zorg voor een houdbare backup lunch.
Ondanks de pijnlijk enkel komen we rond half 4 aan in Tyndrum. Onze b&b heeft een prachtig uitzicht en wordt gerund door zeer vriendelijke mensen die zelf veel ervaring hebben met wandelen in dit gebied en zeer meeleven met ons. We weten immers niet of Sanne morgen kan lopen… Haar enkel ziet er niet best uit, dik en blauw.
Tyndrum is een klein plaatsje, gericht op outdoor sporters, gelegen langs een drukke weg waardoor het iets Amerikaans heeft. Er is ook een winkel met outdoorspullen waar we ons naartoe haasten voor een enkelbrace en zelf hechtend windsel. We hebben aan het begin van de tocht de afspraak gemaakt dat we, in geval van nood, beide stoppen of beide doorlopen. Vooralsnog zijn we erop gericht om beide door te lopen. Morgen zullen we weten of dit gaat.
Er staat 30 kilometer op de planning vandaag: de langste etappe van onze WHW. Ook als je helemaal fit en sterk bent is 30 km lopen een pittig vooruitzicht, hoe gaat Sanne dit doen met haar verzwikte enkel?
De enkel in kwestie is de avond ervoor gekoeld, ingezalfd, ingebonden en omhoog gehouden. Ook vandaag is deze pijnlijk en gezwollen maar er kan mee gelopen worden, gelukkig! Met een enkelbrace om en de wandelschoenen strak aangesnoerd hoopt Sanne voldoende versteviging te hebben om de WHW uit te kunnen lopen. Opgeven is in ieder geval geen optie.
We gaan vroeg op pad. Om 8 uur ‘s ochtends maken we onze ‘vertrek selfie’ van de dag en verlaten we Tyndrum. Het waait en het is koud, maar nog altijd droog! De eerste 10 kilometer gaan grotendeels over lange rechte paden waar je in de verte kunt zien waar het wandelpad loopt. Door het gebrek aan beschutting slaagt de wind er bijna in om ons van het pad af te blazen. Een lekker plekje voor ons eerste kopje koffie zit er niet in. We schuilen in een soort greppel, half uit de wind, met uitzicht op dezelfde A82 die we op dit deel van de WHW wel vaker te zien krijgen.
Sanne komt erachter dat wandelen met een enkelbrace om een slecht idee is. Door de randen van de brace ontstaan er blaren op haar voet en ze besluit de brace uit te doen en te vertrouwen op de stevigheid van haar schoenen. Ze loopt op de Meindl Vakuum Lady, een schoen waarvan ze vooraf al wist dat ze mogelijk net iets te licht waren voor dit type tocht. Emma ervaart met haar Hanwags Bank Lady GTX duidelijk meer stevigheid. Al die losse stenen en al dat grind waar we overheen moeten lopen voelt Emma niet door de zolen van haar schoenen terwijl Sanne aan het eind van de dag last heeft van de onderkant van haar voeten. De noodzaak van lopen met een zwaardere schoen in deze omstandigheden is bewezen. Wie weet was de enkel van Sanne er wel beter aan toe als ze een zwaardere schoen had gehad…
Ondanks de fysieke kwalen heeft Sanne er goed de pas in zitten op de lange paden van de old military road. Het is juist Emma die op dit deel van de tocht het mentaal zwaar heeft. De eindeloosheid van de paden en het gebrek aan afwisseling maken het een zeer onaangename paar uur lopen. Pas bij Bridge of Orchy verandert de omgeving, lopen we omhoog een bos in en kan er weer gelachen worden. Hoe hoger we klimmen hoe mooier de uitzichten worden. We komen een grote ‘cairn’ tegen. Zo’n door mensen gemaakte stapel stenen gaf vroeger vaak een begraafplaats of graf aan. Tegenwoordig worden ze gemaakt om routes aan te geven of de top van een heuvel of berg. We voegen onze eigen steentjes toe aan deze cairn en lopen verder. We zijn nog niet eens op de helft.
De lunchspot is beduidend beter dan de koffiespot. Beschut naast een idyllisch stenen brugje met uitzicht op bergtoppen waar roofvogels tussen zweven. De verrekijker kan uitgepakt worden. Dit is duidelijk een geliefde kampeerplek te zien aan de uitgedoofde kampvuren. In grote delen van Schotland mag je vrij kamperen mits je de natuur geen schade aanricht, helaas zien we vaak bij dit soort kampeer plekken toch menselijk afval slingeren. Zelf hebben we in onze rugtassen een plastic zakje zitten waar we onze eigen rommel in bewaren tot we op onze volgende slaapplek zijn.
Af en toe komen we ineens een huis tegen of een ander plukje beschaving, soms een ruïne met een bordje erbij, maar we zijn vooral veel alleen. Lopen we dan de hele tijd te kletsen? Zeker niet! Het is niet ongebruikelijk dat we wel 15 meter uit elkaar lopen en genieten van de stilte. Wanneer je met iemand samen een lange tocht loopt is het belangrijk dat je dit met dezelfde energie kunt doen. Ben jij een kletser? Ga dan lopen met iemand die ook graag de hele tijd praat. Ben je liever stil? Zoek die stille vriend of vriendin op voor je wandeling. Bij ons wisselen stilte en praten elkaar af en hoe moeizamer de tocht hoe stiller we beide worden. Richting het eind van deze etappe kunnen we beide alleen nog maar klagen over hoe ver het is.
Wanneer onze Strava aangeeft dat we 30 km hebben gelopen zijn we er namelijk nog niet. We lopen elke dag wel een aantal kilometer verder dan de officiële route aangeeft. Doordat je af en toe het pad verlaat om te lunchen of te plassen of omdat je wel eens verkeerd loopt tellen de extra meters snel op. We zijn al 8 uur aan het lopen wanneer we Glencoe zien opdoemen in de verte. De wind is nu écht koud. Het regent en we zijn kei moe. Ons hotel is ook te zien en hangt als een wortel aan een hengel voor ons. Het lijkt maar niet dichterbij te komen.
9 uur na ons vroege vertrek checken we in bij Kingshouse Hotel. Er is hier niks anders en het is een vreemde combinatie tussen een prachtig, chique hotel vol met vermoeide wandelaars. Door de parkeerplaats lopen herten met grote geweien, die wonen hier blijkbaar bij het hotel, en de enorme raampartij van het restaurant geeft uitzicht op de vallei van Glencoe met op de voorgrond de massive ‘pukkel’, de berg Buachaille Etive Mòr. De meest gefotografeerde berg van Schotland. Wil je wandelen in Schotland maar liever vanuit één vaste plek dagtochten maken dan is dit een prachtige optie.
Wij genieten van onze enige avond hier met een goed diner, afgesloten met een kaasplank én – dan toch eindelijk – een glaasje whiskey! He he.
Ook al heeft je hotelkamer een heerlijk bad om je spieren in te ontspannen, na zo’n lange wandeldag als gisteren zit de vermoeidheid stevig in de benen. De etappe van vandaag is maar kort: officiëel 15 kilometer, maar wel met de beroemde ‘Devils Staircase’. Over deze bergpas hebben we al veel gehoord en gelezen en we zijn hierdoor al de hele WHW, en de voorberieding ervoor, een beetje zenuwachtig hiervoor. Op de kaart van de hoogtemeters gaat de devils staircase in een keer stijl omhoog, je wordt al moe als je er naar kijkt.
Met dingen waar je tegenop ziet is het altijd het beste als ze zo snel mogelijk voorbij zijn. Na een aantal makkelijke kilometers over relatief vlak terrein doemt het beroemde witte huisje in de vallei van Glencoe voor ons op. Ter hoogte van dit ‘instagram waardige’ gebouwtje begint de duivelse trap die we over moeten. Deze beklimming gaat recht de laaghangende wolken in wat het dramatische effect vergroot. Stokken erbij pakken en omhoog dan maar.
Voor we het weten zijn we boven gezigzagd. Was het echt zo zwaar? Niet zwaarder dan andere heuvels die we al beklommen hebben. Je krijgt het er warm van en er is geen beschutting waardoor de wind vrij spel heeft. We zijn blij dat we geen Schotse horizontale regen hebben met het naar boven lopen. Misschien is het zwaarste wel het feit dat het hier druk is op de route. Je moet mensen inhalen of even wachten tot andere wandelaars afgedaald zijn. Dit gebied is een populair wandelgebied en veel mensen gebruiken Kingshouse om dagtochten te lopen. Ook schijnt het populair te zijn om alleen de laatste twee etappes van de WHW te bewandelen. Vanaf nu zal het dus druk blijven. Een ironisch feit als je je bedenkt dat we op het punt staan het meest afgelegen deel van de route te lopen.
Bovenop de Devils Staircase heb je in theorie een prachtig uitzicht. Wij zagen vooral laaghangende wolken en mist, ook mooi en hoe je je Schotland voorsteld. Dat deze vallei mensen trekt is begrijpelijk. Het is woest en kaal maar toch zo mooi. Je kunt de oeroude gletsjers die dit gebied gevormd hebben haast door het dal heen zien bewegen. Lang blijven we er niet naar kijken want het is veel te druk met dagjes mensen.
We dalen door de mist af de vallei in voor een koffiestop tussen de wolken. In de verte zien we het pad weer omhoog gaan, deze afgelegen vallei waar alleen wandelaars kunnen komen, weer uit.
Om 14:00 komen we al aan in Kinlochleven. Wat heerlijk om vandaag maar 4 uur te hoeven wandelen. Dit geeft ons de mogelijkheid dit afgelegen dorp te verkennen, waar ze schijnbaar houden van tuinen vol met tuinkabouters. De dag eindigt voor het haardvuur in de Bothy Bar waar we nog getrakteerd worden op een tweetal herten dat kalmpjes voor het raam langs door de oevers van Loch Leven dwaalt. Ons wordt verzekerd dat deze niet in dienst zijn van de pub. Gelukkig.
Onze laatste wandeldag is aangebroken. Wakker wordend tussen de mistige Schotse bergen met nog een flinke etappe voor de boeg is het een onwerkelijk idee dat we morgen alweer terug naar huis vliegen. Zover is het gelukkig nog niet.
We vertrekken op tijd want Fort William is nog 24 km lopen en volgens het boekje gaat de route veel berg op en af. Dit zou zomaar een hele pittige dag kunnen worden. Kinlochleven laten we achter ons via een stijl pad door een mooi bos. We worden al snel ingehaald door een hele lange man die ontzettend snel wandelt. Of we ook de WHW aan het lopen zijn? Jazeker! Waar zijn jullie begonnen? Milngavie, bij het startpunt. We zijn trots dat we niet bij de wandelaars horen die ‘pas’ bij Glencoe begonnen zijn. De man woont in Milngavie en wandelt de WHW in 4 dagen. Zijn maat is gestopt, die vond het te zwaar. Met het tempo waarin deze man weer van ons wegloopt kunnen we zijn vriend wel begrijpen.
Het uitzicht op Loch Leven is prachtig. Het is het beste te omschrijven als een soort fjord. Lang, smal en waarschijnlijk heel diep. Er vliegen zeemeeuwen boven ons want dit water is zout. Het mondt uit in Loch Linnhe, de zeearm waar Fort William aan ligt, nog een herinnering aan dat we bijna bij het eindpunt zijn.
We zijn terug op de lange paden van ‘the old military road’ met schapen en lammetjes langs de kant en omgeven door laaghangende wolken waarachter bergtoppen verscholen gaan. Weer passeren we een huisje, meer een ruïne, die we op alle foto’s al gezien hebben. Het is geen bothy want er is geen dak, maar toch zijn er sporen te zien van mensen die hier de nacht hebben doorgebracht. Het lijkt ons maar niks.
Het is druk op de route. Los van de wens om zonder menselijk geluid (we komen zelfs een groep jongeren met een jbl speaker tegen onderweg) te wandelen is er nóg een groter nadeel aan de drukte. Als je even moet plassen is het haast onmogelijk een privé plekje te vinden, er zijn hier namelijk weinig stukjes bos. We lopen vooral door moerasachtig gebied waar je niet ver van het pad af kunt zonder weg te zakken en waar alleen een grote rots je enige privacy kan geven. Kom je wel een stukje beschutting tegen let dan goed op waar je loopt, je bent niet de enige die hier gebruik gaat maken van de voorzieningen…
Berg op, berg af. Het boekje had gelijk en we worden moe. De natuur om ons heen blijft ontzettend mooi maar kan het zijn dat we er inmiddels een beetje aan gewend zijn geraakt? Of zijn het de laatste loodjes die zo zwaar wegen? Plotseling doemt een reusachtige muur voor ons op. Ben Nevis komt ons aanmoedigen voor het laatste stuk. We kijken recht tegen deze enorme berg aan, de hoogste van het VK. De top is in wolken gehuld en zullen we nooit zien maar we weten het: nu zijn we er echt bijna. In de verte zien we water glinsteren en de eerste tekenen van menselijke beschaving worden zichtbaar. Een havengebied, een weg, huizen. De laatste afdaling is stijl en lang. Onze knieën doen zeer om maar te zwijgen over de enkel van Sanne. Onder aangekomen raken we de bordjes van de WHW, sowieso al niet altijd evengoed aangegeven, uit het oog en lijkt het er even op dat we verkeerd lopen. Het maakt ook eigenlijk niet meer uit. We lopen weer langs huizen en saaie voortuinen, autos razen voorbij. Het is nu niet meer leuk. We willen er zijn.
Vlak voor je het centrum van Fort William inloopt kom je het bord tegen van het originele eindpunt van de WHW. Leuk om mee op de foto te gaan maar je bent er dan nog niet. Een aantal jaar geleden hebben ze het officiële eindpunt verplaatst, een paar kilometer verderop het centrum in. Die extra paar kilometer jagen we door Fort William met ons laatste restje energie tot we eindelijk het lachende gezicht zien van ‘de wandelaar met de zere voeten’; het standbeeld wat het eindpunt markeert. Wij lachen met de bronzen man mee.
We zijn er. Het duurt een tijdje voor we kunnen bevatten wat voor prestatie we geleverd hebben deze week. Lang niet iedereen die aan de WHW begint loopt deze ook helemaal uit. Ongeveer 100,000 mensen beginnen elk jaar aan de route waarvan slechts 36,000 deze helemaal van begin tot eind wandelen. Wij horen dus bij die 30% die het wél haalt. Hadden we de auto genomen van Milngavie naar Fort William dan waren we er in 2,5 uur geweest, zo ver is het helemaal niet. Maar te voet voelt het alsof we door meerdere landen zijn getrokken.
Onze laatste avond spenderen we natuurlijk in een pub. Het terugblikken begint nu al. Hoe zou het gaan met al die mensen die we zijn tegengekomen op de route? Dat nogal verdwaald uitziende Portugese meisje met die enorme backpack die alleen in de bosjes kampeerde? Die eveneens verdwaalde (ze vroegen ons immers de weg) uitwisselingsstudenten? De vrolijke wandeldames die elke avond een glaasje te veel dronken? Het Canadese echtpaar waar we ons zo druk om gemaakt hebben? Het meisje dat samen met haar vader de WHW liep, kamperend met grote backpacks, en zo verbrand was dat ze iedereen om zonnebrandcreme vroeg? En de man uit Milngavie die de hele 154 km even in 4 dagen ging lopen? Je komt zo veel mensen tegen op zo’n wandeling die je heel even spreekt, waar je heel even dezelfde ervaring mee deelt die maar weinig anderen kennen, en daarna zie je elkaar nooit meer. Maar hun gezichten zullen we nooit vergeten. Net zoals de WHW.
Tsja. En dan moet je weer terug. We zijn slechts één nachtje in Fort William en stappen de volgende ochtend om 7 uur alweer het hotel uit, op weg naar eerste trein. Buiten bij het station zien we ons laatste WHW bordje. Én een pijl naar een volgende tocht: The Great Glen Way. Dit officieuze vervolg op de WHW begint hier en loopt langs de grote ‘lochs’, waaronder Loch Ness, naar het noorden met als eindpunt Inverness. Wie weet is dit ons volgende avontuur?
De treinkaartjes hadden we ver van tevoren al geboekt omdat we wisten dat dit in het VK handig is om te doen. De kosten van kaartjes zijn hier variabel en je moet een stoel reserveren. Koop je op het laatste moment een kaartje op het station dan heb je kans dat er geen plek meer is. Ookal is het vroeg op de ochtend, het gammele oude treintje zit al goed vol met wandelaars en wij zijn blij met onze stoelen aan het raam.
De eerste kilometers zit Emma nog vol verwachting uit het raam te kijken omdat de trein mogelijk over ‘het Harry Potter viaduct’ zal gaan, dat ligt immers hier in de buurt. Maar helaas, die blijkt in het westen te liggen terwijl wij, met een boog om Ben Nevis (nog altijd in wolken gehuld), zuid-oostwaards gaan. Het uitzicht vanuit de trein is desalniettemin prachtig. We tuffen door verlaten vlaktes met besneeuwde bergen en zien tientallen herten langs het spoor. Wandelen is de beste manier om de natuur te ervaren, comfortabel zittend achter een treinraam is misschien wel de op één na beste manier.
In Glasgow stappen we over op een modernere trein en is ook het uitzicht minder spannend, we zijn terug in de bewoonde laaglanden. Hoewel we op de heenreis van Amsterdam naar Glasgow vlogen, vliegen we nu terug van Edinburgh naar Amsterdam. De tijden van de vlucht kwamen zo het beste uit en Edinburgh is maar 2 uur verder met de trein. In deze toeristische trekpleister hebben we een aantal uur de tijd maar we zijn moe en sjouwen onze zware bagage met ons mee. Een kopje koffie en een snelle blik op het historische oude stadscentrum is het enige waarvoor we energie hebben. Heb je de tijd dan is het een aanrader om nog een nachtje in deze stad te blijven.
Vanuit het centrum gaat er regelmatig een bus naar het vliegveld, dat net buiten de stad ligt. Het verkeer is vreselijk druk en de bus komt met horten en stoten vooruit, het is maar goed dat we ruim de tijd hebben genomen om op het vliegveld te komen. Groen en geel van misselijkheid arriveren we uiteindelijk om er achter te komen dat onze vlucht flinke vertraging heeft. Terug naar huis reizen is al nooit leuk na zo’n mooie reis maar dit is wel erg vermoeiend. Waar we 24 uur geleden nog in de wildernis de laatste kilometers liepen, zitten we nu tussen honderden andere gestrandde reizigers naar de intercom te luisteren. Het is een hard contrast en ook hierom raden we aan om, als het mogelijk is, een extra dag bij te boeken om de overgang makkelijker te maken.
Alles komt goed. Het vliegveld heeft een pub, het vliegtuig komt uiteindelijk opdagen en voor we het weten staan we op Schiphol en is het avontuur voorbij. Op naar de volgende!
Over de route: https://www.westhighlandway.org/
Waar wij geboekt hebben: http://www.northwestwalks.co.uk/
Wandelboekje door ons gebruikt (niet het boekje dat je bij het boeken van de route ontvangt): https://trailblazer-guides.com/book/west-highland-way
Een account is optioneel, en kan tijdens het bestellen aanmaakt worden.
Wij zijn telefonisch bereikbaar tijdens onze openingstijden.
Ma: 13.00 – 17.30 uur
Di t/m Vr: 09:30 – 17:30 uur
Za: 09:30 – 17:00 uur
Zo: 12:30 – 16:30 uur
Onze nieuwsbrief verschijnt één keer per maand in je inbox. Gevuld met wandelinspiratie en leuke evenementen, deze wil je lezen!
Wil je ook graag onze nieuwsbrief ontvangen? Laat dan hier je naam en e-mail adres achter. We gebruiken deze alleen voor het verzenden van de nieuwsbrief.